Inleiding.
De eigenlijke Tabernakel is een tent, die stond op een terrein dat omheind was door een muur van palen en doeken. De voorwerpen op het terrein zelf waren dus onzichtbaar voor de mensen
die buiten de omheining waren. (Voor meer uitleg en een plaatje van de Tabernakel zelf KLIK HIER). Om binnen te komen moest men door de Poort, en dan kwam men in 1ste instantie op het terrein dat Voorhof heet. En de Voorhof is het beeld van een christen die weliswaar voor Jezus heeft gekozen, maar die nog maar aan het begin staat van het geloofs- en heiligingsleven. Als we geestelijk willen groeien
moeten we verder, via alle 9 voorwerpen. Vandaar hieronder een korte uitleg van de diep-geestelijke betekenis van deze 9 voorwerpen of objecten.
Meer uitleg kunt u vinden in de 3 studies op onze website over de Tabernakel:
(zie ook onze download pagina)
De POORT, de enige ingang tot de Voorhof van het Tabernakel-complex.
De Poort was de ENIGE ingang tot het terrein waarop de Tabernakel stond. De Bijbel spreekt dan ook van Jezus als de ENIGE Poort, Die toegang geeft tot het Koninkrijk van God. Deze Poort is dus een beeld van Jezus Christus, Die de wereld noodt om tot Hem te komen om gered te worden. Maar de Poort laat ook de noodzaak zien van onze bekering, namelijk: het verlaten van de wereld – die buiten de omheining van de Voorhof ligt – (en waarin satan het voor het zeggen heeft) en het verlaten van het zondige, oude leven.
Wij merken op, dat bij alle 3 de ingangen (Poort, Deur en Voorhangsel) de mogelijkheid bestond en bestaat – in die dagen letterlijk en nù geestelijk – om òf BINNEN te zijn òf BUITEN te staan! Wanneer wij dit 'geestelijk' willen verstaan, moeten wij het één en ander als volgt bekijken:
Bij de Poort betekent 'buiten blijven': vertoeven op terrein waar géén rekening wordt gehouden met God en gebod! En 'binnen-zijn' betekent: vertoeven op Gods terrein, waar Hij intense bemoeienis met ons kan en wil hebben.
In het kort komt het dus hierop neer: Buiten deze Poort zijn, wil zeggen: de verloren toestand; en binnen deze Poort zijn, wil zeggen: de toestand van behouden zijn. Denk hierover biddend na en de Heilige Geest zal ook u overtuigen.
Het BRANDOFFERALTAAR, dat stond in de Voorhof van het Tabernakel-complex .
Het Brandofferaltaar beeldt het offer van Jezus – als het Lam van God, voor ons geslacht – uit (waarmee Zijn sterven aan het kruishout te Golgotha wordt bedoeld), waar Hij de macht van satan en zonde heeft overwonnen om allen (volkomen) te verlossen, die zich tot God hebben bekeerd. Het Brandofferaltaar beeldt tevens de plaats uit waar de zondaar tot God komt om zijn/haar zonden te belijden en die daardoor verzoening met God vindt – door het geloof in het gestorte bloed van het Lam. Maar, ook wij moeten (af)sterven aan ons oude leven, het als het ware – steeds weer – op het Brandofferaltaar leggen, tot er niets meer van het oude leven over blijft.
Het (koperen) WASVAT, dat stond in de Voorhof van het Tabernakel-complex.
Het Wasvat spreekt ons – in geestelijke zin – van onze begrafenis (nl. de dood van onze oude natuur), door de doop (nl. de onderdompeling in water) in Naam van de Here Jezus Christus. De waterdoop is namelijk een bede tot God om deel te mogen krijgen aan de dood en opstanding van Jezus, om hierdoor door God behouden te zijn en Zijn oordeel over onze zonden te mogen ontvluchten. Want, Gods onverbiddelijke eis is: reiniging (d.i. vernieuwing) van ons hart en leven. Het Wasvat is dan ook de plaats waar men God bidt om (af) te mogen sterven aan onze zonden, gelovend in het volbrachte werk van Jezus Christus en in Zijn overwinning over de zonde.
De DEUR, de enige ingang tot de eigenlijke
Tabernakel (ook wel het Heiligdom genaamd, met als 1ste ruimte 'het Heilige').
Deze Deur staat voor onze ervaring (ons contact) met de Geest van Jezus Christus in:
- 1. de wedergeboorte uit God,
- 2. de doop in de Geest van God en in Zijn vuur.
Wij merken nogmaals op, dat bij alle 3 de ingangen (Poort, Deur en Voorhangsel) de mogelijkheid bestond en bestaat – in die dagen letterlijk en nù geestelijk – om òf BINNEN te zijn òf BUITEN te staan! Wanneer wij dit 'geestelijk' willen verstaan, moeten wij het één en ander als volgt bekijken:
Bij de Deur betekent 'buiten blijven': weliswaar vertoeven op Gods terrein maar nog op voorhofs-grond (d.i. op wettische bodem). Maar 'binnen-zijn' betekent: vertoeven in het Heiligdom, waar de bediening ons wacht: de goddelijke driehoek van: Kandelaar, Tafel met Toonbroden en Reukofferaltaar... waar wij leven onder de genade!!
In het kort kunnen wij zeggen, dat de geestelijke toestand van het buiten deze Deur zijn neerkomt op: gered-zijn, maar nog leven op wettische bodem. Onder dit laatste dienen wij te verstaan: het "nog-niet-gekruisigd leven", het vleselijke leven. Dus dat van het nog niet geoordeeld vlees. Binnen deze Deur zijn, wil zeggen: Gedoopt zijn met de Heilige Geest, de Geest van Gods genade.
De TAFEL met TOONBRODEN, dat stond in 'het Heilige' (de 1ste ruimte) van de Tabernakel.
De (gouden) Tafel met Toonbroden spreekt ons van gemeenschap met Gods Woord voor ons en uitdeling van Gods Woord door ons, maar ook van onze deelname aan het NIEUWE LEVEN in Christus, de Zoon van God, door de ontwikkeling (de groei) van de vrucht van de Geest in ons.
Het REUKOFFERALTAAR, dat stond in 'het Heilige' (de 1ste ruimte) van de Tabernakel.
De geestelijke betekenis van het Reukofferaltaar (of: het Wierookaltaar) is: het voortdurend gebed voor ons en het voortdurend gebed door ons (zoals: voorbede en aanbidding). Het Reukofferaltaar staat dus vooral voor de gebedszalving: ons gebed tot en onze aanbidding van onze Vader-God.
De (gouden) KANDELAAR, dat stond in 'het Heilige' (de 1ste ruimte) van de Tabernakel.
De (gouden) Kandelaar spreekt van licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest door ons heen, en van licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest voor ons. Hier hebben wij te maken met het getuigenis van de Heilige Geest door ons heen! Een 'getuigenis', dat onherroepelijk consequenties met zich mee brengt! De Kandelaar staat dus voor onze aangording met kracht van de Geest van God: Nodig voor onze arbeidszalving in Christus (zonder deze Goddelijke zalving kunnen wij niet – naar Zijn wil en welbehagen – voor Hem arbeiden).
Het VOORHANGSEL: Het gordijn dat hing vóór 'het Heilige der Heiligen' en dat scheiding maakte tussen 'het Heilige' (de 1ste ruimte) en 'het Heilige der Heiligen' (de 2de ruimte) van de Tabernakel.
Het Voorhangsel betekent: de kruisiging voor ons, alsook: de kruisiging in ons. Het staat dus voor het einde van geheel ons oude (vleselijke en zondige) leven: Het staat voor onberispelijkheid, alsook voor ('vlekkeloze, rimpelloze') heiligheid.
Wij merken nogmaals op, dat bij alle 3 de ingangen (Poort, Deur en Voorhangsel) de mogelijkheid bestond en bestaat – in die dagen letterlijk en nù geestelijk – om òf BINNEN te zijn òf BUITEN te staan! Wanneer wij dit 'geestelijk' willen verstaan, moeten wij het één en ander als volgt bekijken:
Bij het Voorhangsel betekent 'buiten blijven': vertoeven 'in het Heilige' met de eerder omschreven bediening IN en DOOR de kracht van de Heilige Geest, maar òòk in een leven, dat nog niet volkomen gekruisigd is!! 'Binnen-zijn' betekent hier: wonen (d.i. voor altijd verblijven) in het Heilige der Heiligen, dus: staan voor Gods Troon!
In het kort komt het hierop neer: Buiten dit Voorhangsel zijn, wil zeggen, vervuld met de Geest van God, maar nog niet volkomen gekruisigd aan het oude leven. Binnen dit Voorhangsel zijn, wil dan zeggen, staan voor Gods genade-troon; wat neerkomt op een opgenomen-zijn in heerlijkheid. Het behoeft geen nader betoog, dat dit heenwijst naar het "altijd met de Here zijn".
De (gouden) ARK van het Verbond, dat stond in 'het Heilige der Heiligen' (de 2de ruimte) van de Tabernakel.
De Ark van het Verbond (of: de Verbondskist) staat voor onze gemeenschap met de almachtige God: voor de Bruiloft of Eenwording van het Lam van God en Zijn Bruid. Dit wordt uitgebeeld doordat het verzoendeksel met de beide cherubs (beeld van resp. de Zoon, de Vader en de Heilige Geest) op de Verbondskist (beeld van de bruid van het Lam) werd gelegd. Deze Verbondskist was gemaakt van acaciahout (beeld van de mens), overdekt met goud (beeld van het goddelijke), dus het beeld van de mens die met Gods natuur en wezen bekleed is.
Conclusie: We zullen pas tot de Bruid van Christus (kunnen) behoren als we al deze 9 fasen hebben 'doorlopen'!
Er zijn nog heel veel andere voorwerpen.
Van de kleinste voorwerpen – zoals haakjes om de gordijnen aan op te hangen en pinnen om de tentdoeken mee vast te zetten – tot aan houten palen voor de omheining en als geraamte voor de eigenlijke Tabernakel; dekkleden voor de Tabernakel (of: tent) en nog veel meer voorwerpen. En al deze voorwerpen wijzen op de één of ander manier naar Christus, maar… hebben ook ons, voor ons eigen geestelijk leven, veel te vertellen. We zullen God en Zijn Bijbel beter (leren) verstaan als we deze geestelijke basisprincipes tot ons nemen.
Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God tot in alle volmaaktheid toe.
"Dan moeten zij voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik te midden van hen kan wonen. Volgens alles wat Ik u zal tonen, een ontwerp van de tabernakel (d.i. tent of woning) en een ontwerp van al zijn voorwerpen..." (HSV).
Nu woont God niet meer in een tent van stof, zoals de tabernakel, of in een gebouw van steen, zoals een tempel of kerkgebouw, maar in de zich tot God bekeerde en overgegeven mens, eerst in zijn/haar lichaam, en als hij/zij geestelijk gegroeid is, ook in zijn/haar ziel en geest.
In 1 Korinthe 6:19 staat: "Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is (of: woont) en Die u van God (ontvangen) hebt, en dat u niet (meer) van uzelf bent?" (HSV)
Wat zegt de Bijbel over de dagen, vlak voordat Jezus terugkomt?
De Bijbelstudies in het licht van de Israëlitische Tabernakel.
Uitleg van moeilijke onderwerpen (vooral) uit het boek Openbaring.
Gods genadewerk ten aanzien van het volk van Israël.
Verzamelde Bijbelstudies van o.a. Bijbelleraar E. v.d. Worm.